BYE-BYE artikel 1382 oud BW: Modernisering van het buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht

1.     Onmiddellijke inwerkingtreding vanaf 1 januari 2025

Op 1 februari 2024 werd na lang wikken en wegen het nieuwe boek 6 van het burgerlijk wetboek goedgekeurd in de Kamer. Dit zal de artikelen 1382 tot en met 1386bis oud Burgerlijk Wetboek vervangen. In het kader van de hercodificatiebeweging verbaast het niet dat het buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht ook diende te veranderen. De maatschappelijke noden vereisten immers dat een aantal knopen werden doorgehakt alsmede was het na twee eeuwen van voornamelijk jurisprudentiële ontwikkeling nodig dat het geheel in duidelijke wetgeving werd verankerd.

Het is van cruciaal belang om op de hoogte te zijn van de veranderingen vermits boek 6 in werking treedt op 1 januari 2025 en meteen van toepassing zal zijn op feiten die zich na deze datum voordoen en aanleiding geven tot aansprakelijkheid. Wij doorlopen graag met u  twee belangrijke wijzigingen en welke gevolgen zij in de praktijk voor u hebben, nl. de afschaffing van het samenloopverbod en de quasi-immuniteit van de hulppersonen.

**

2.     De afschaffing van het samenloopverbod

Onder het huidige vigerend aansprakelijkheidsrecht geldt er het principe van het samenloopverbod. Dit verbod houdt in dat een benadeelde bij schade door een fout van een contractspartij, in de uitvoering van de overeenkomst, steeds de contractspartij zal moeten aansprakelijk stellen volgens het contractuele aansprakelijkheidsrecht. De benadeelde zal aldus geen beroep kunnen doen op het buitencontractueel aansprakelijkheidsregime.

Dit principe wordt in het Belgische recht gehanteerd sinds het befaamde Stuwadoorarrest uit 1973 waarbij het Hof van Cassatie de keuzevrijheid van de benadeelde aldus ernstig beperkte. De achterliggende gedachte was dat partijen door het aangaan van een contract, de wens hadden geuit om het buitencontractuele aansprakelijkheidsregime uit te sluiten. Het huidige recht kende wel diverse uitzonderingen op het samenloopverbod zoals vb. wanneer de fout ook een misdrijf uitmaakt of indien de schade louter buitencontractueel is. In deze gevallen kan de benadeelde wel een buitencontractuele aansprakelijkheidsvordering instellen.

*

Onder het toekomstige recht wordt het samenloopverbod afgeschaft. De benadeelde zal in geval van schade de keuze hebben om diens schadeloosstelling te bekomen via het contractuele of het buitencontractuele aansprakelijkheidsrecht. Let wel op! Er is niet zo maar in elke situatie sprake van de twee regimes. Elk regime heeft zijn toepassingsvoorwaarden dewelke steeds dienen te worden getoetst. De afschaffing houdt louter in dat indien de toepassingsvoorwaarden van beide regimes vervuld zijn, de benadeelde vanaf 1 januari 2025 zelf de keuze zal kunnen maken. Het nieuwe artikel 6.3 Burgerlijk Wetboek lid 1 bepaalt immers:

§ 1. Tenzij de wet of het contract anders bepaalt, zijn de wettelijke bepalingen inzake buitencontractuele aansprakelijkheid van toepassing tussen medecontractanten.

De afschaffing van het samenloopverbod zorgt ervoor dat de benadeelde nu niet steeds beperkt zal worden door de contractuele bepalingen om diens schade vergoed te zien. Dit kan er in de praktijk vb. toe leiden dat de benadeelde meer schade vergoed ziet doordat hij via het buitencontractuele aansprakelijkheidsrecht alle schade, zowel de onvoorzienbare als de voorzienbare schade, kan terugvorderen, terwijl dat onder bepaalde contractuele clausules enkel de terugvordering van de onvoorzienbare schade mogelijk zal zijn.

De ommekeer van de wetgever wordt verantwoord door het feit dat nu partijen er vrij over kunnen kiezen en de werkelijkheid dus steeds meer zal overeenkomen met de wil van partijen.

Teneinde de benadeelde niet volledig het overgewicht te bieden, zijn er wel een aantal beperkingen die gelden in geval hij zich beroept op het buitencontractuele aansprakelijkheidsrecht. In dat geval zal de medecontractant die een contractuele wanprestatie beging immers wel de verweermiddelen voortvloeiend uit het contract tegen de benadeelde kunnen inroepen. De medecontractant zal dit op zijn beurt opnieuw nietkunnen doen indien het gaat om schade als gevolg van een aantasting van de fysieke of psychische integriteit of indien het gaat om een fout met de opzet om schade te veroorzaken.  

*

Een heel kluwen aan abstracte nieuwe wetgeving aldus. Een voorbeeld uit de praktijk kan hierin wat duidelijkheid bieden:

Stel Partij A (huiseigenaar) sluit een aannemingsovereenkomst met Partij B (aannemer) voor de bouw van een woning. Na de werken blijkt dat de fundering niet op de juiste wijze werd aangelegd, wat resulteert in verzakkingen en schade aan de woning.

Partij A zal uiteraard partij B aansprakelijk kunnen stellen volgens de contractuele bepalingen in de aannemingsovereenkomst. Hierbij zal partij A zich wel dienen te houden aan de contractuele plafonds dewelke door partij B eventueel werden opgenomen in het contract.

In bepaalde gevallen betreft de fout van de aannemer echter ook een fout van de algemene zorgvuldigheidsnorm waardoor het voor Partij A mogelijk zou kunnen zijn om partij B buitencontractueel aansprakelijk te stellen om zo de volledige schade vergoed te zien. Onder het huidige recht kan Partij A momenteel niet kiezen en zal deze een contractuele aansprakelijkheidsvordering moeten instellen. Onder het toekomstig recht blijft de keuze bij Partij A en zal deze kunnen opteren voor een buitencontractuele aansprakelijkheidsvordering, tenzij partijen uiteraard een afwijkende bepaling zijn overeengekomen.

**

3.     De afschaffing van de quasi-immuniteit van hulppersonen

In samenhang met de afschaffing van het samenloopverbod wordt bij de invoering van boek 6 ook de quasi-immuniteit van de hulppersonen afgeschaft.

Hulppersonen zijn werknemers, andere aangestelden of organen van rechtspersonen. Het kan gaan om onderaannemers, maar ook om bestuurders, zelfstandige medewerkers en bedienden die in naam en voor rekening van de vennootschap optreden. Het gaat over de situatie waarin partij A (bouwheer) en partij B (aannemer) een contract sluiten en partij B voor de uitvoering van dit contract een beroep doet op een hulppersoon C (onderaannemer).

Onder het huidige vigerend recht kan partij A partij C niet aanspreken indien partij C een fout begaat en dus schade toebrengt aan partij C. Er geldt tussen partij A en partij C immers geen contractuele aansprakelijkheid vermits er tussen hen geen overeenkomst werd gesloten. Daarenboven kon partij A ook géén buitencontractuele vordering instellen vermits partij C niet als een “echte derde partij” werd gezien volgens het Hof van Cassatie. Tussen partij A en partij C werd immers het samenloopverbod dat tussen partij A en B geldt, doorgetrokken, waardoor partij A zich niet op een buitencontractuele vordering kon baseren.

Onder het toekomstige recht kan partij A wel een buitencontractuele aansprakelijkheidsvordering instellen tegen partij C, indien partij C een buitencontractuele fout begaat, vermits het samenloopverbod niet langer geldt. Partij C zal dus niet langer immuun zijn voor enige aansprakelijkheidsvordering van partij A.

Opnieuw zorgt de wetswijziging voor een verruiming van de aanspraakmogelijkheden van de benadeelde. Dit wordt ook wéér getemperd doordat de hulppersoon C zich op alle verweermiddelen uit de contractuele relatie van partij A en B zal kunnen beroepen alsmede op alle verweermiddelen uit de contractuele relatie tussen partij B en C. Net zoals bij het samenloopverbod zal partij C zich niet op deze verweermiddelen kunnen beroepen indien het gaat om schade als gevolg van een aantasting van de fysieke of psychische integriteit of indien het gaat om een fout met de opzet om schade te veroorzaken. 

**

4.     Conclusie

De invoering van boek 6 van het Burgerlijk Wetboek heeft als opzicht een helder en duidelijk buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht in te voeren. Niettemin blijkt al meteen uit een samenvattend overzicht van twee belangrijke wijzigingen dat de nieuwe bepalingen nog steeds heel wat nuances kennen alsmede uitzonderingen op de regel. Het buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht is dan ook een complex geheel aan regels dewelke een specifieke praktijkervaring vereisen teneinde ze juist te kunnen toepassen. Heeft iemand een fout begaan waardoor u schade ondervindt of heeft u zelf misschien een fout gemaakt?

Neem dan gerust contact met ons op via secretariaat@lijnrecht.be www.lijnrecht.be, via onze sociale media of telefonisch via nummer 012/26.22.22. Wij staan klaar om u te begeleiden in elke stap van de procedure.  

***

Wilt u meer informatie of bijgestaan worden door de specialisten van Lijnrecht? Aarzel dan om ons te contacteren via info@lijnrecht.be , via onze socials of via telefoon 012/26 22 22.

 

 

Anke HANSEN
Advocaat-Medewerkster

Guy SCHIEPERS
Advocaat-vennoot

Vorige
Vorige

Een zee van wetten: hoe behouden we overzicht en duidelijkheid?

Volgende
Volgende

Euthanasie in het kader van ondraaglijk psychisch lijden anno 2024